Luther over het woordje geloof
Luther over het woordje geloof
tenzij dat iemand wederom geboren wordt, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien.
(Joh. 3:3)
Geloof is dus niet datgene wat sommige mensen in hun eigen ijdele waan en droom voor geloof houden. Zij horen en spreken wel veel over het geloof, maar als ze zien dat het geloof geen verbetering en goede werken voortbrengt, dan vervallen zij tot deze dwaling, dat zij zeggen: ‘Het geloof alleen is niet genoeg, je moet ook goede werken doen om rechtvaardig en zalig te worden.’
Als ze het evangelie horen, dan menen ze dat ze door eigen kracht zelf in hun hart een gedachte moeten scheppen die spreekt: ‘Ik geloof!’
Dat houden zij dan voor het ware geloof. Het is echter maar een verzinsel en een denkbeeld in hun hoofd, waarvan zij in de grond van hun hart nooit iets ondervinden. Dit geloof doet niets, het werkt ook geen betering en bekering. Het geloof echter is een Goddelijk werk ín ons dat ons vernieuwt en wederbaart uit God, de oude Adam doodt en ons tot geheel nieuwe mensen maakt van hart, gemoed, zin en in al onze vermogens; en ook de Heilige Geest met zich brengt.
O, het geloof is een levende, werkzame, ijverige en machtige zaak, zodat het onmogelijk is dat het niet onophoudelijk goed zal doen. Het vraagt er niet naar of er goede werken te doen zijn, maar voordat deze gevraagd worden, heeft het geloof ze al gedaan. Het is hierin ook altijd bezig. Wie echter deze werken niet doet, die is een mens zonder geloof, die om zich heen tast en grijpt naar geloof en goede werken, en echter niet verstaat wat geloof en goede werken zijn, maar er alleen veel over weet te praten en te zeggen.
Het geloof is een levend en vast gegrond vertrouwen op Gods genade in Christus, zo zeker, dat het duizend keer daarvoor zou willen sterven. Dit vertrouwen en deze kennis van Gods genade maken ons ook vrolijk, vrijmoedig en vol liefde tot God en alle schepselen.
Dit alles werkt de Heilige Geest door het geloof. De mens wordt daardoor - zonder dwang - gewillig en genegen om alle mensen goed te doen, ieder bij te staan en al het nodige te lijden. Alles alleen om de liefde en lof van God, Die hem deze genade bewezen heeft.
Daarom is het onmogelijk het geloof en de werken [namelijk, als vruchten van het geloof, hcvw] van elkaar te scheiden, net zo onmogelijk als het is, dat een vuur geen warmte en een vlam geen licht zou geven. Daarom zou ik oppassen voor je eigen valse gedachten en voor de nutteloze praters die veel weten te vertellen over geloof en goede werken en ondertussen grote dwazen zijn. Bid God dat Hij het geloof in je werkt, anders zul je het in eeuwigheid niet ontvangen, ook al verzin je en doe je zoveel als je maar wilt of kunt.
(Luther, inleiding op de Romeinenbrief - https://maartenluther-nl.com/)
Men kan God niets afnemen, en de gehele wereld werkt dag en nacht om Hem alles af te nemen.
(citaat van ds. Joh. van der Poel)